Firas Fietst deel 2: ‘Net als alle nieuwe bewoners kreeg ik een pakketje linnengoed. Het was gek om mijn bedje weer op te maken.’
In deze rubriek volgen we Firas tijdens zijn bijzondere avontuur. Vandaag spraken we hem over zijn eerste dagen en overnachting. ‘Vroeger sliep ik met acht andere vluchtelingen in het appartementje. Nu had ik het voor mij alleen. Toch leek het opeens een stuk kleiner.’
Je bent nu in het azc in Venlo, hoe is het daar?
‘Bijzonder! Het voelde meteen goed. Voor de ingang van het asielzoekerscentrum (azc) stond een boog met “welkom” erop. Later hoorde ik dat medewerkers van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) hem samen met de bewoners speciaal voor mij hadden gemaakt. Daar krijg je toch een goed gevoel van?’
Heb je nog bekenden gezien?
‘Marieke zag ik als eerste, een van de medewerkers van het COA. Toen ik hier wegging, sprak ik alleen maar Engels. Marieke vond het gek dat ze nu gewoon Nederlands met me kon praten. Ze wist alles nog van mij: in welk appartementje ik woonde en wie mijn kamergenoten waren. Morgen ga ik langs bij VluchtelingenWerk, daar kom ik zeker ook een aantal oude bekenden tegen!’
Wat vinden de bewoners van je bezoek?
‘Vooral de jongeren hadden veel vragen: ‘Hoe heb je de taal zo snel geleerd?’, ‘Hoe lukte het weer te gaan studeren?’ De meeste jongens die ik sprak hebben al een verblijfsvergunning, maar wachten op een woning. Voor veel bewoners wordt dat lange wachten een dagtaak. Hun leven staat even helemaal stil. Werken, de taal leren en mensen ontmoeten is haast onmogelijk als je op een azc woont. Ik ken dat gevoel. Het is lastig om te zien.’
Was dat voor jou ook het moeilijkst?
‘Ja, want ik wilde heel graag bouwen aan mijn toekomst en nieuwe vrienden maken. Daarom vond ik ook de eerste periode in mijn “eigen” woning lastig. Eerst woonde ik met acht mensen op een kamer, daarna was ik helemaal alleen. Maar toen kwam ik via mijn taalcoach van VluchtelingenWerk terecht op de plaatselijke voetbalclub: opeens had ik een heel elftal aan vrienden. Toen ik van en naar mijn studie moest reizen, kon ik de contributie voor de club niet meer betalen. Mijn teamleden legden allemaal vijf euro in, zodat ik kon blijven. Het besef dat al die jongens voor mij klaar stonden, betekende zo veel. Nu ik in de buurt ben, moest ik hen natuurlijk even opzoeken. Zaterdagavond was dus een heerlijk avondje barbecueën met het oude team!’
Hoe was het om daarna weer op het azc te slapen?
‘Net als alle bewoners kreeg ik een pakketje met linnengoed. Het was gek om mijn bedje weer op te maken. Het appartementje waarin ik slaap, is identiek aan degene waarin ik vroeger woonde (zie foto, red.). Toen sliep ik er met acht andere vluchtelingen. Nu had ik het voor mij alleen. Toch leek het opeens een stuk kleiner. Toen was ik blij met een dak boven mijn hoofd, maar nu heb ik mijn eigen huis om het mee te vergelijken. Liggend op dat bedje, kwamen er gemixte gevoelens naar boven. Aan de ene kant ben ik zo blij met alles wat ik heb bereikt, aan de andere kant had dit allemaal niet hoeven te gebeuren, als ik veilig was geweest in mijn eigen land.’
De volgende bestemming is Arnhem, ben je er klaar voor?
‘Zeker weten! Vandaag heb ik rustig aan gedaan om mijn spieren te sparen. Dat was nog best lastig, want de bewoners hadden een voetbalwedstrijd georganiseerd. Eén van hen is een topsporter uit Syrië en hij probeert de rest van de bewoners een beetje fit te krijgen. Heel belangrijk, want sport brengt ook afleiding. Om morgen uitgerust te kunnen beginnen, ga ik op tijd naar bed. Maar eerst natuurlijk met een aantal bewoners de WK-finale kijken in de recreatieruimte!’
Firas vertelde dat hij is bedolven onder positieve reacties uit heel Nederland. Hij is geraakt door alle warme berichten en voelt zich enorm gesteund. Namens Firas, hartelijk bedankt!