Inburgeren: één Koolmees maakt nog geen zomer | Column wijkvrijwilliger Trudeke Sillevis Smitt

Column, 19 maart 2019
Leestijd, 3 min.
Trudeke Sillevis Smitt vertelt in een serie columns over haar ervaringen als wijkvrijwilliger bij VluchtelingenWerk Amsterdam. Wat houdt het werk precies in? Wat zijn de leuke kanten? En wat leert ze zelf van haar bezoeken aan de Iraanse Giti?
placeholder

Wil je secretaresse worden, of liever lasser? Heftruckchauffeur of helpdeskmedewerker? Voor Giti, krap twee jaar in Nederland en tegen de 65 jaar, is het allemaal theorie. Maar daar houden de inburgeringseisen geen rekening mee.

Dus boog Giti zich de afgelopen maanden gezagsgetrouw over het onderdeel Oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt, oftewel ONA. Voor het inburgeringsexamen moest ze 64 uur ONA-onderwijs volgen. Ze moest leren over verschillende beroepen, welke opleidingen je daarvoor nodig hebt, hoe je moet solliciteren en ga zo maar door. Ook moest ze een portfolio maken.

Dat portfolio heeft ze net ingestuurd – als het goedgekeurd wordt, is ze weer een stapje verder richting kwijtschelding van de lening die ze moest sluiten om de inburgeringscursus te betalen. Voldoet ze niet binnen drie jaar aan alle inburgeringseisen, dan kost dat haar tienduizend euro plus een boete.

Laatst hoorde ik dat veel vluchtelingen maar vast met ONA beginnen terwijl ze nog niets van de taal begrijpen. Want stel je voor dat je vertraging oploopt met de andere onderdelen en dan ONA niet op tijd afkrijgt. Hoe betaal je tienduizend euro en een boete van je bijstandsuitkering? Dan maar liever lessen bijwonen waar je geen klap van begrijpt.

Giti valt onder het zwaarste inburgeringssysteem dat Nederland ooit gekend heeft. Het lijkt meer bedoeld om je te laten voelen dat je je verblijfsvergunning moet ‘verdienen’ dan om je te helpen ‘inburgeren’ in de echte betekenis van het woord: je plek vinden als burger van dit land. En het is een eenheidsworst: iedereen van 18 tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd moet in principe aan dezelfde eisen voldoen, ongeacht opleiding, ervaring en toekomstperspectief.

Gelukkig heeft minister Koolmees een menselijker benadering aangekondigd. In de toekomst gaat de gemeente inburgeraars helpen bij het vinden van een geschikte cursus. Er komt meer ruimte voor diversiteit en maatwerk. En je hoeft de cursus niet meer zelf te betalen.

Maar ja. Zover is het nog niet. Het nieuwe systeem wordt op zijn vroegst begin 2021 ingevoerd. En als het er is, zal nog alles afhangen van de manier waarop het wordt uitgevoerd, zo zei ook de Nationale Ombudsman in zijn rapport van afgelopen oktober.

Voor Giti komen de verbeteringen hoe dan ook te laat. Ze heeft geleerd dat je voor het beroep van opticien een mbo-opleiding nodig hebt, maar zelfstandig een nieuwe bril uitzoeken bij EyeWish – dat is nog te lastig.

Het is te hopen dat gemeenten écht gaan kijken naar het individu, zoals de ombudsman aanbeveelt. Dat er dan ook voor ouderen ruimte ontstaat om de opleiding anders in te vullen. En dat er kwijtschelding komt voor iedereen die die krankzinnige schuld van tien mille opgelegd heeft gekregen. Daar kun je mensen met een vluchtverleden en een inkomen op bijstandsniveau toch niet mee opzadelen?

Ook vrijwilliger worden?