Vergeet mij niet | Column taalcoach Irene Wing Easton

Column, 10 juli 2018
Leestijd, 2 min.
Irene Wing Easton is schrijfster én taalcoach bij VluchtelingenWerk Nederland. In haar columns schrijft Irene over de bijzondere belevenissen met haar Syrische taalmaatjes Alzina en Yara.
placeholder

Nieuwe woorden

Het is lekker weer en dus maken Alzina en ik een wandeling en benoemen ondertussen alles wat we tegenkomen. Je zou verwachten dat je na een paar keer wandelen alles wel gehad hebt: 'oversteken', 'stoep', 'links kijken, rechts kijken' maar nee hoor, er zijn altijd nieuwe woorden te vinden. 'Het probleem is, ik vergeet woorden', zegt Alzina. Ik stel haar gerust en zeg dat we gewoon blijven oefenen.

Bijzondere gebeurtenis

'Maar we moeten vandaag wel even langs de brievenbus lopen want ik moet een kaart posten,' zeg ik. Bij de brievenbus leg ik haar het begrip 'postcode' uit en vertel wanneer iets in 'overige bestemmingen' moet. Ik wil vervolgens doorlopen maar Alzina strijkt met haar vinger langs alles wat er te lezen valt aan de brievenbus. 'Een bijzondere gebeurtenis verdient een eigen postzegel', leest ze hardop. 'Wat betekent dat? Ah ik weet, zonder...eh…zónder dat is…dat het er niet bij is.' Ik haast me om het woord 'bij-zonder' te vertalen naar 'iets speciaals', en dan moet ik alle bijzondere gebeurtenissen opnoemen en uitleggen dat het mogelijk is om op een bruiloftsuitnodiging een postzegel met een hartje te plakken. Inwendig mopper ik op post.nl.

Prachtige naam

Tien minuten later kunnen we verder gaan. Alzina wil vandaag graag namen van bloemen leren en we hebben geluk want het is voorjaar. De narcissen en tulpen die de gemeente waarin we wonen heeft geplant, komen goed van pas en de blauwe druifjes in de tuinen die we passeren ook. Dan zien we lichtblauwe bloemetjes die een geel hartje hebben. 'Wat is dat?' wijst Alzina. 'Dat is een Vergeet-mij-nietje.' 'Echt, heet die bloem zo?' Alzina vindt het een práchtige naam.

Het schrift van Alzina

Een uurtje later komen we mijn straat in. De postbode staat naast haar fiets en reikt me alvast mijn post aan. 'Dat is de postbode', benoem ik meteen maar even aan Alzina. 'Postbode, postbode', herhaalt ze. 'Ik vergeet woorden', legt ze de postbode uit. Vervolgens benoemen we samen met de postbode allerlei postwoorden:  'brieven, kaarten, fietstas en fietszadel.' Thuisgekomen schrijven we alle woorden van onderweg op, van brievenbus tot postbode  in Alzina's schrift en natuurlijk vergeten we de vergeet-mij-nietjes niet.

Ook vrijwilliger worden?