Onverwachte taken

Gemeenten & Professionals, 29 november 2019
Leestijd, 2 min.
Je zou denken dat je als taalcoach twee uur per week kletst, misschien wat zinnen opschrijft, meer niet. Maar er komt regelmatig iets bíj en soms moet ik echt mijn eigen grenzen bewaken. Vaak vraagt Jamila advies over ontvangen post van instanties. Bij eenvoudige brieven help ik dan even, beschouw het als een taaloefening. Wordt het ingewikkeld dan moet ik haar doorverwijzen naar het spreekuur van VluchtelingenWerk. Behalve die brieven krijg ik soms onverwachte taken toegeschoven…
placeholder

Ik zit met Jamila over een schriftje gebogen, waarin ze zinnen schrijft. Met een schuin oog loer ik naar de klok, bijna half vijf, mijn tijd zit erop. Ik wil snel naar huis, want mijn jongste moet naar hockeytraining.

De zestienjarige dochter van Jamila komt binnen, blijft bij de tafel staan, wrijft over haar arm. Ze zegt iets in het Arabisch, Jamila kijkt op. ‘Imane heeft pijn aan haar vinger.’ Haar dochter knikt en ik zie dat ze haar hand ook gekromd houdt.
‘Hier pijn’, ze wijst naar haar vinger, ‘en hier veel pijn’, ze wijst naar haar elleboog. 
‘Hoe komt het?’, vraag ik terwijl ik mijn spullen in mijn tas begin te stoppen. Ze zal zich wel gestoten hebben.

Imane wijst naar het stopcontact.
‘Vinger in dat en nu pijn.’
‘Gisteren’, voegt Jamila toe.
 ‘Wát? Wist je niet dat je dat niet moet doen? En ben je bij de huisarts geweest?’
Imane schudt op beide vragen ontkennend haar hoofd.

‘We moeten de huisarts bellen.’ Normaal gesproken zou ik Jamila zelf laten bellen maar nu is het belangrijk dat de boodschap goed overkomt, dus leg ik persoonlijk een en ander uit aan de doktersassistente, vermeld dat ik de taalcoach ben.
‘Ze kan meteen komen. U komt toch wel mee in verband met de taal?’ Het klinkt dwingend.

Even schiet het door me heen om mee te gaan, dan besluit ik dat Imane zelf al behoorlijk Nederlands spreekt en haar moeder een beetje. Bovendien kan de doktersassistente mijn informatie nu opschrijven. 

Terwijl ik bij het hockeyveld sta, app ik met Jamila.
‘Hoe gaat het met Imane?’
‘Goed. Ze krijgt pijnpillen. De dokter zegt volgende week is het beter.’

Ik ben blij dat het goed is afgelopen zonder dat ik me heb laten overhalen om mee te gaan naar de arts. Jamila is niet de enige die hier wat leert. Ik leer steeds beter andere oplossingen te vinden en mijn eigen grenzen te bewaken.

Irene Wing Easton is vrijwillig taalcoach bij VluchtelingenWerk Oost Nederland en schrijft geregeld columns over haar ervaringen.