Column schrijver Toine Heijmans

Nieuws, 18 november 2014
Leestijd, 2 min.
Toine Heijmans is romanschrijver en verslaggever en columnist bij 'De Volkskrant'. Zijn nieuwste boek 'Pristina' draait om het thema 'vluchtelingen en asielzoekers'. Hij vertelt in de column over zijn persoonlijke ervaringen.
placeholder

Vluchtelingen in zee

Ik zag de vluchtelingen een paar weken geleden zoals ik ze nog nooit had gezien (en ik heb er nogal wat gezien): pal van boven. Vijftig meter onder het vliegtuigje waarin ik zat. Ze dreven op de Middellandse Zee. De vluchtelingen waren gered: lachende, zwaaiende mensen op het achterdek van een Italiaans kustwachtschip. Driehonderd, met hinkstapsprongen onderweg naar Fort Europa. Hun begeleiders droegen witte pakken.
Elke dag varen kustwachtboten vol vluchtelingen naar Sicilië, waar de kampen zijn. Vluchtelingen betalen maffiose criminelen 1500 dollar om de overtocht te maken. De kustwacht raapt ze soms op uit hun wrakke bootjes en brengt ze in veiligheid. Dat was me allemaal bekend. Bij honderden verdrinken ze. Dat was me ook bekend. En als ze Italië halen is Nederland dichtbij – dat hadden ze me zelf verteld, in Dronten, tijdelijk ondergebracht op stapelbedden in een paviljoentent. Sommigen waren met de taxi uit Milaan gekomen, voor zeshonderd euro. En nu waren ze in Dronten. Zo eenvoudig kan een vluchtverhaal zijn.

Oplossing voor het migratievraagstuk

Toen ik vijftien jaar geleden begon met schrijven over vluchtelingen ging het ongeveer zo, en nu gaat het nog steeds ongeveer zo.
Laatst werd ik ondervraagd in een schouwburg tijdens een literair festival: 'Wat, meneer Heijmans, is de oplossing voor het migratievraagstuk?'. 'Er is geen oplossing', zei ik, 'behalve rijkdom en vrede voor iedereen.'
Ik zat in het Nederlandse kustwachtvliegtuig dat naar vluchtelingenbootjes zoekt in de driehoek Italië-Libië-Tunesië. Waar mensen verdwijnen, net als in de Bermudadriehoek . De mannen aan boord van het vliegtuig - grote Nederlandse mannen, veel gewend, in legergroene overalls met emblemen en insignes - tuurden in de glinsterende zee tot ze hoofdpijn kregen. Zodra we een rubberbootje zagen drijven, verstrakten hun gezichten. Ik vroeg ze wat hun taak was. 'De vluchtelingenstromen in kaart brengen', zeiden ze. Dat was duidelijk omschreven en ingekaderd door de hogeren in hiërarchie. Maar toen ik doorvroeg zeiden ze: 'Wij redden mensen. Wat moet je anders?'