Staatssecretaris zegt toe gezinsherenigingsbeleid meerderjarige kinderen wat te versoepelen

Nieuws, 15 januari 2015
Leestijd, 2 min.
Meerderjarige vluchtelingenkinderen komen zelden in aanmerking voor gezinshereniging. Daardoor moeten zij vaak achterblijven, gescheiden van de rest van het gezin, zelfs als zij gevaar lopen. Staatssecretaris Teeven zegde woensdag toe deze situatie voortaan mee te laten wegen bij het beoordelen van de aanvraag van gezinshereniging.

VluchtelingenWerk Nederland pleitte hier al langer voor. Dorine Manson, directeur van VluchtelingenWerk: "Wij hopen dat deze toezegging er voor zorgt dat de meest schrijnende situaties opgelost worden. Maar wij blijven er voor pleiten ook meerderjarige kinderen die niet direct gevaar lopen te herenigen met hun familie. Dat ze moesten vluchten is al erg genoeg, laat ze nu in elk geval hun gezin weer bij elkaar brengen." Ook wil de staatssecretaris met VluchtelingenWerk kijken naar gevallen waarin de aanvraagtermijn voor gezinshereniging is verstreken. Die termijn wordt volgens VluchtelingenWerk namelijk te streng gehanteerd.

Meerderjarigen blijven alleen achter

Sinds 2013 is het beleid voor de toelating van meerderjarige afhankelijke kinderen van vluchtelingen zo aangescherpt, dat toelating in feite niet meer mogelijk is. Zo moeten veel Syrische jongens en meisjes van net achttien jaar, die samen met hun ouders naar bijvoorbeeld Libanon of Jordanië gevlucht zijn, alleen achterblijven. De Europese gezinsherenigingsrichtlijn schrijft voor dat de omstandigheden in het land van herkomst ook moeten worden meegewogen, wat nu niet gebeurt. Het College voor de Rechten van de Mens stelde afgelopen maandag al dat Teeven de Europese gezinsherenigingsrichtlijn negeert en zijn beleid aan zou moeten passen.
De staatssecretaris komt voor eind maart met een brief over de versoepeling van het beleid.

Strenge hantering aanvraagtermijn

Daarnaast wil de staatssecretaris een gesprek met VluchtelingenWerk over schrijnende gevallen waarin gezinsleden niet aan de aanvraagtermijn voor gezinshereniging konden voldoen. VluchtelingenWerk uitte al langer kritiek op de veel te strenge hantering van deze termijn van 3 maanden. Als de gezinshereniging wat later wordt aangevraagd wordt die vaak niet meer in behandeling genomen. Terwijl sommige vluchtelingen niet eens weten of gezinsleden überhaupt nog in leven zijn, of waar ze zich bevinden. De Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) adviseerde eerder om in het begin van de asielprocedure al te vragen of iemand gezinshereniging aan wil vragen. VluchtelingenWerk wil op zijn minst dit advies overgenomen zien, maar blijft pleiten voor de afschaffing van de hele aanvraagtermijn.