Standpunt | Vreemdelingenbewaring

Vluchtelingen die moeten terugkeren, kunnen tot maximaal 18 maanden in vreemdelingenbewaring worden gezet. VluchtelingenWerk vindt dat dit echt het uiterste middel moet zijn en dat het zo kort mogelijk moet duren. Ook moet vreemdelingenbewaring niet worden ingezet als drukmiddel om terug te keren.
placeholder

Wat is de situatie?

Asielzoekers kunnen als zij afgewezen zijn en moeten terugkeren in vreemdelingenbewaring worden geplaatst. Doel is dan hen te kunnen uitzetten naar hun land van herkomst. Bewaring duurt in eerste instantie maximaal 6 maanden, maar kan worden verlengd naar 18 maanden. Vreemdelingenbewaring met als doel het uitzetten van mensen verschilt van grensdetentie, waarbij asielzoekers die op Schiphol aankomen, worden vastgezet tijdens hun asielprocedure.

Wat vindt VluchtelingenWerk?

Uiterste middel 

Vreemdelingenbewaring is zeer ingrijpend en VluchtelingenWerk vindt dat dit altijd een uiterst middel moet zijn. De overheid moet eerst minder ingrijpende maatregelen toepassen, zoals een meldplicht, deelname aan een (terugkeer) programma zoals de LVV, of plaatsing in een vrijheidsbeperkende locatie. Ook Europese richtlijnen vereisen dit. Kwetsbare mensen, zoals zwangere vrouwen, zieke of oude mensen en kinderen horen niet in detentie. Vreemdelingenbewaring mag nooit langer duren dan strikt noodzakelijk voor de uitzetting.

Aangepast regime

VluchtelingenWerk vindt dat het regime mensvriendelijker moet worden. Wij pleiten voor een setting zonder cellen met maximale bewegingsruimte. Strafrechtelijke elementen zoals de mogelijkheid voor isolatie, verplicht ‘op cel’ en restricties voor wat betreft telefoon- en internetgebruik passen niet bij het administratieve karakter van vreemdelingenbewaring.

Geen drukmiddel 

De bewaring moet onmiddellijk worden opgeheven als er geen zicht (meer) is op uitzetting. Vreemdelingenbewaring mag nooit ingezet worden om mensen onder druk te zetten terug te keren.