'Het wachten voelt als een tunnel zonder licht'

Verhaal, 9 december 2022
Leestijd, 4 min.
Mudar (24) uit Syrië wordt na een vlucht vol ontberingen opgevangen in een grote hal vol bedden, samen met honderden andere mannen. Al negen maanden is er niets veranderd. Niets mogen doen en het gebrek aan perspectief maken hem wanhopig. 'Ik kan niet wachten om onderdeel te mogen zijn van de Nederlandse maatschappij.'
placeholder

Gigantische evenementenhal

De ochtend is het rustigste moment van de dag in de gigantische evenementenhal. Veel van de vijfhonderd mannen die hier sinds maart worden opgevangen slapen dan nog. Ze hebben het laat gemaakt, 's nachts werkt de wifi het beste. En wifi is onmisbaar om contact te houden met familie duizenden kilometers verderop. Mudar is op tijd opgestaan. Hij wil iets omhanden hebben, daarom werkt hij vrijwillig als tolk voor VluchtelingenWerk. 'Het eindeloze wachten voelt als een tunnel zonder licht. Door iets te doen, voel ik me beter.'

In deze evenementenhal liepen tot dit voorjaar duizenden congresbezoekers rond, nu worden hier honderden vluchtelingen opgevangen. Er zijn dunne wanden geplaatst rondom elke vier bedden. Een gordijn doet dienst als deur voor deze provisorische slaapkamer. Overal hoor je geroezemoes: harde stemmen, muziek. Stil is het hier nooit.

Doeken als deuren

Mudar en zijn Turkse kamergenoten hebben rondom hun bedden doeken opgehangen om iets van privacy te ervaren. Een kartonnen doos doet dienst als tafeltje. Daarop ligt het boek 'Dutch in 3 months'. Mudar studeert elke dag Nederlands. In 25 minuten fietsen is hij in de lokale bibliotheek. Hier is het wel stil. De ondernemende Mudar is niet exemplarisch voor de mannen in de hal. 'Er zijn hier mannen die hun bed niet uitkomen, behalve om hun eten op te halen bij het uitdeelpunt. Ze zijn in deze hal al hun energie verloren. Ik probeer ze elke dag te motiveren om erop uit te gaan.'

placeholder

Ik moest afscheid nemen van mijn ouders niet wetende of we elkaar ooit weer terugzien. Dat is het moeilijkste dat ik ooit heb moeten doen

Risico lopen

Voordat Mudar in januari in een tent in aanmeldcentrum Ter Apel terechtkwam, had hij een zware tocht van twee maanden door Europa achter de rug. 'Ik moest afscheid nemen van mijn ouders niet wetende of we elkaar ooit weer terugzien. Dat is het moeilijkste dat ik ooit heb moeten doen.' Tijdens zijn vlucht had hij tal van ontberingen. ‘Smokkelaars geven niet om de mensen die ze vervoeren, maar om het geld dat ze verdienen.’ Mudar vertelt over de urenlange ruige ritten in de aardedonkere laadruimtes van trucks. Hij kon nauwelijks ademhalen.

De smokkelaars zijn continue gemaskerd en schreeuwen hem toe in een onbekende taal. Wie zijn telefoon aanzet, wordt geslagen. Ze delen slechts sporadisch voedsel uit. Zelf naar een supermarkt gaan, is geen optie. Het risico dat de politie wordt gebeld, is te groot. Zijn dorst lest Mudar met opgevangen regenwater. Tot vijf keer toe probeert hij het hek op de grens van Servië over te klimmen voordat hij de grenswachten en de honden te slim af is. Al die tijd kan hij zijn ouders niet geruststellen dat hij nog leeft.

Ontsnappen aan dienstplicht

placeholder

'Tijdens mijn vlucht was ik niet bezig met de ontberingen en de gevaren, maar met mijn doel. Het is nodig om je leven te riskeren, als je wil dat het verandert,’ zegt Mudar beslist. Met zijn 18e levensjaar in het vooruitzicht wisten hij en zijn familie in 2016 dat er voor hem geen ontsnappen meer was aan de dienstplicht van het leger van Assad. Daarom verlieten ze hun geboortestad Aleppo. Jordanië werd hun nieuwe onderkomen. Daar is het relatief rustig, maar heeft het gezin geen perspectief: werken is niet toegestaan. Zijn ouders vonden zichzelf te oud en zijn broertje te jong voor de gevaarlijke tocht naar Europa. Terug naar Syrië is ook geen optie, Mudars familie staat op een lijst van ongewenste personen.

'Natuurlijk mis ik Syrië, maar hoe kan ik een land waar mensenrechten niet worden gerespecteerd nog mijn thuis noemen? Als mijn ouders nog in Syrië hadden geleefd, was het te gevaarlijk geweest om dit interview te geven.'

Als ik me slecht voel, wil ik alleen zijn. Maar in een evenementenhal met vijfhonderd mensen kun je je nergens terugtrekken

Toekomst onzeker

Of Mudars toekomst in Nederland ligt, is nog onzeker. Zeven maanden geleden had hij zijn eerste gesprek in het aanmeldcentrum met de IND. Hij wacht nog altijd op een uitnodiging voor een vervolg. Dat er niets te doen is in de noodopvang en dat hij niet mag werken of studeren, breekt hem dikwijls op. ‘Als ik me slecht voel, wil ik alleen zijn. Maar in een evenementenhal met 500 mensen kun je je nergens terugtrekken. Ik fiets dan naar een meertje buiten de stad met een thermosfles thee. Ook soms midden in de nacht.’

Dan droomt hij over de toekomst. Hij wil studeren en luchtverkeersleider worden. Het is zijn manier van omgaan met de huidige uitzichtloosheid en het niets mogen doen. Mudar heeft Nederlandse vrienden gemaakt. 'Overal waar ik kom, spreek ik mensen aan: in de trein, in de bibliotheek. Ik kan niet wachten om onderdeel van de maatschappij te zijn. Als ik mijn verblijfsvergunning heb, meld me ik meteen aan bij Nederlandse les.'

Naschrift: Mudar is inmiddels overgeplaatst naar een noodopvang met meer faciliteiten en hij heeft een uitnodiging ontvangen voor een tweede gesprek met de IND.

Draag bij aan menswaardige opvang

Miljoenen mensen worden getroffen door oorlog, geweld of vervolging. Na een reis vol ontberingen komt een klein deel terecht in Nederland, zoals Mudar uit Syrië. Hij hoopt op humane opvang en uitzicht op een nieuwe toekomst. Maar de werkelijkheid is anders: de opvang schiet tekort en de wachttijden zijn eindeloos. Juist dan is het belangrijk dat Mudar, als vluchteling, ergens op kan terugvallen.