#500 kinderen: Antwoord op de meest gestelde vragen
1. Waarom roepen hulporganisaties op om 500 alleenstaande minderjarige vluchtelingen in Nederland op te vangen?
Griekenland heeft in het najaar van 2019 een noodkreet gestuurd naar de lidstaten van de Europese Unie: Neem alstublieft samen een groep van 2.500 kinderen op die zonder familie vastzitten in de overvolle vluchtelingenkampen. Griekenland vangt tienduizenden vluchtelingen op, waaronder ruim 5.000 alleenstaande, onbegeleide kinderen (ook wel aangeduid met de term ‘unaccompanied children’ of ‘unaccompanied minors’ – 0 tot 18 jarigen). Deze minderjarigen zijn alleen op de vlucht gegaan en extreem kwetsbaar. Misbruik en uitbuiting zijn in Griekenland aan de orde van de dag onder kwetsbare minderjarige vluchtelingen en trauma’s stapelen zich op. Psychologen die met alleenstaande vluchtelingenkinderen op Lesbos werken, vertellen dat een toenemend aantal kinderen zichzelf beschadigt en zelfmoordpogingen doet. Griekenland kan geen veilige opvang en bescherming bieden voor alle kinderen. Als land aan de buitengrens van de Europese Unie doet zij daarom de terechte oproep tot solidariteit en herverdeling binnen Europa van deze kwetsbare groep.
15 Europese landen hebben inmiddels gehoor gegeven aan de noodkreet van Griekenland. De evacuatie is begonnen en een deel van de kinderen is inmiddels overgebracht naar Luxemburg, Zwitserland, Ierland, Duitsland, Portugal, Finland en België. Andere landen die toezeggingen deden zijn Frankrijk, Bulgarije, Servië, het Verenigd Koninkrijk, Kroatië, Litouwen, Slovenië en Noorwegen.
Nederland weigert nog steeds om gehoor te geven aan de oproep. Daarom zijn VluchtelingenWerk Nederland, Defence for Children en Stichting Vluchteling deze actie gestart. Hiermee roepen de drie organisaties het kabinet op zich aan te sluiten bij de coalitie van welwillende landen en een deel van deze kinderen over te nemen. Het kabinet moet zich solidair tonen met deze alleenstaande kinderen, Griekenland en andere Europese landen. Elke dag telt!
2. Meer dan 150 gemeenten sloten zich aan bij de ‘coalition of the willing’. Ook het protest in de samenleving groeit. Waartoe roepen zij op?
Inmiddels hebben 167 Nederlandse gemeenten en 5 provincies het kabinet opgeroepen om 500 van deze kinderen in Nederland op te vangen. Op dit kaartje houden wij deze gemeentelijke steun bij. Vele gemeenten geven ook aan dat zij zelf bereid zijn om een aantal minderjarigen op te vangen binnen hun gemeente.
In een manifest steunen tientallen politici, artsen, hulp- en mensenrechtenorganisaties, wetenschappers en BN-ers deze oproep. De steun voor de opvang van deze kinderen leeft onder heel veel mensen. Er is brede steun en draagvlak voor de oproep om kinderen over te nemen in de Nederlandse samenleving. Op bijvoorbeeld 4 juni vond in 25 gemeenten een stil protest plaats, georganiseerd door bezorgde burgers en bekende Nederlanders. Op Instagram werden stilteprotesten georganiseerd en de petitie 500kinderen.nl geeft betrokken burgers de kans ook online hun stem te gebruiken. De petitie is al door ruim 55.000 mensen ondertekend.
3. Om wat voor kinderen gaat het? Hoe oud zijn ze en waar komen ze vandaan?
Uit cijfers van de Griekse organisatie E.K.K.A. blijkt dat er in Griekenland in totaal ruim 5.000 alleenstaande minderjarige vluchtelingen zijn. 93 procent van hen is een jongen, 7 procent is een meisje. 9 procent van hen is jonger dan 14 jaar. Zij komen uit Afghanistan (44 procent), een deel komt uit Pakistan (21 procent) en 11 procent komt uit Syrië. 24 procent van de kinderen komen uit andere landen. (Peildatum: 30 april 2020)
Bijna alle vluchtelingen die Syriër zijn, krijgen een vergunning. Voor de Afghanen ligt het percentage lager, de IND besliste slechts in 25 procent van de gevallen van Afghanen die in 2019 asiel aanvroegen positief, maar uiteindelijk krijgt alsnog ongeveer 60 procent een vergunning na correctie door de rechter. De cijfers over het eerste kwartaal van 2020 liggen hoger: 55 procent krijgt een positieve beslissing, hoeveel (meer) dat is na beroep bij de rechter is nog niet bekend. Overigens loopt Nederland achter op het bieden van bescherming: in Zwitserland krijgt 97 procent van de Afghanen een vergunning, in Noorwegen 74 procent en in Italië 93 procent. En dat is ook terecht want Afghanistan is volgens de Global Peace Index het gevaarlijkste land ter wereld, net vóór Syrië en Irak. Bloedige bomaanslagen en ernstige mensen- en kinderrechtenschendingen zijn aan de orde van de dag. Scholen worden onder vuur genomen. Kinderen worden geronseld als soldaat en religieuze, etnische en seksuele minderheden worden vervolgd. Op 17 december 2019 publiceerde UNICEF haar Child Alert Report, waaruit blijkt hoe gevaarlijk het land is voor kinderen.
Veel kinderen zoeken bescherming tegen oorlogsgeweld, terrorisme, misbruik en rekrutering door de Taliban. Er spelen etnische conflicten of een persoonlijk motief zoals seksuele gerichtheid.
Juist jongens die alleen op de vlucht zijn, lopen in Griekenland een enorm risico om seksueel uitgebuit te worden. Dit blijkt ook uit onderzoek van de organisatie ECPAT Griekenland. De jongens worden vaak gedwongen om seksuele activiteiten te verrichten in ruil voor geld, voedsel of onderdak. In de kampen moeten zij in hun eentje zien te overleven. Als niemand naar hen omkijkt, maken criminele organisaties misbruik van de situatie. Het is van groot belang om te blijven benadrukken dat het kinderen, minderjarigen zijn die slachtoffer zijn van geweld en misbruik. We moeten hen met dat besef en perspectief benaderen én steunen.
4. De kinderen verblijven alleen in de Griekse kampen, zonder ouders of een voogd. Hebben zij nog ouders?
Het gaat om alleenstaande kinderen die op de vlucht zijn geslagen en zonder ouders in een Grieks vluchtelingenkamp zitten of in Griekenland op straat rondzwerven. Sommigen van hen zijn wees of zijn hun ouders op de vlucht kwijtgeraakt. Andere kinderen zijn hun families of ouders ontvlucht of hebben juist nog familie elders in Europa. Geschat wordt dat de meesten nog wel een ouder in het land van herkomst hebben.
Onze Griekse partnerorganisaties zeggen hierover: “Of de ouders nog in leven zijn, staat los van de vraag of de kinderen recht hebben op bescherming en een veilige opvang. Ook de leeftijd van deze kinderen beïnvloedt dit recht niet. Een jongen van 15 jaar is geen volwassene, het is een kind. Ze hebben veel geleden. Ze komen uit landen met veel problemen. Ze zijn alleen op de vlucht geslagen. In Griekenland hebben ze tot nu toe niets anders gezien dan de slechte omstandigheden waarin ze leven. Ze zijn getraumatiseerd. Het zijn kwetsbare kinderen.”
5. Als er nog ouders zijn, kunnen zij dan ook naar Nederland komen via gezinshereniging als de kinderen eenmaal hier worden opgevangen?
Dat is zeer de vraag. Sommige van deze kinderen hebben geen ouders meer, van anderen zijn hun ouders niet meer traceerbaar. Ook is het soms zo dat kinderen een persoonlijk motief hebben gehad om te vluchten zoals hun seksuele gerichtheid en überhaupt niet herenigd willen worden.
We weten van tevoren niet hoeveel kinderen willen en kunnen herenigen met hun familie. Als ze een verblijfsvergunning hebben, kan gezinshereniging worden aangevraagd. Van kinderen uit Syrië is bekend dat er vaak nog familie in het land van herkomst is met wie herenigd kan worden. In de praktijk lukt het de meeste Afghaanse kinderen echter niet om te herenigen.
Voor die kinderen die dat wel willen en nog vindbare ouders hebben, duurt het vaak lang voordat ze met hun ouders herenigd worden, als dat al lukt.
Hereniging met hun familie is uiteindelijk natuurlijk wel wat je deze kinderen gunt, een veilige plek om op te groeien samen met hun ouders. Dit is ook in het belang van het kind en zijn of haar ontwikkeling. Het is tevens een duurzame oplossing voor vluchtelingen.
6. Hoe worden de kinderen opgevangen? Is er capaciteit voor deze kinderen? Statushouders wachten nu ook al op huisvesting
Opvang van de alleenstaande vluchtelingenkinderen mag allereerst niet verward worden met de opvang in reguliere AZC’s. Alleenstaande kinderen worden opgevangen in pleeggezinnen of in kleinschalige opvang onder voogdij van de voogdijinstelling Nidos, COA en haar partners. De pleeggezinnen zijn niet de reguliere pleeggezinnen waar in Nederland wachtlijsten voor zijn. De opvang van deze vluchtelingenkinderen in pleeggezinnen gaat dus niet ten koste van plekken voor Nederlandse kinderen.
Voor deze groep van 500 kinderen uit Griekenland heeft Nidos aangegeven dat er plek is en dat ze klaar staan om hen op te vangen. Zo ziet woordvoerder van Nidos Elsbeth Faber geen problemen als Nederland 500 jongeren van Griekenland overneemt: “Als ze hier komen, zijn we klaar om hen op te vangen en te begeleiden.”
Er zijn in Nederland inderdaad statushouders (vluchtelingen met een vergunning in Nederland) die wachten op een plek in de gemeenten. Dit vergt inderdaad aandacht van de politiek, maar staat los van de opvang van deze minderjarigen, die onder voogdij van Nidos vallen en waarvoor opvangplekken beschikbaar zijn. Het wachten op huisvesting voor statushouders is onder meer het gevolg van politiek-maatschappelijke problemen, zoals slechte doorstroming in de AZC’s door wachttijden in de asielprocedures en een tekort aan sociale woningbouw.
7. De staatssecretaris zegt dat relocatie een ad-hoc oplossing zou zijn. Klopt dat?
Het argument van de staatssecretaris dat het overnemen van een deel van de kinderen een ‘ad hoc oplossing’ zou zijn, is volgens ons onhoudbaar. Er is sprake van een acuut probleem dat vraagt om een snelle en daadkrachtige oplossing.
De relocatie die nu gaande is, is een Europees initiatief gebaseerd op Europees recht en verankerd in Europees beleid. Eurocommissaris Johansson is vanuit de Europese Commissie belast met de coördinatie van de relocatie en benadrukt ook het belang en de urgentie hiervan. Het Europees Parlement verwijst naar artikel 78 lid 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU). Dit artikel is eerder gebruikt als grondslag voor de relocatie in 2015 en 2016. Andere EU-landen hebben hier gehoor aan gegeven en reppen niet van ad hoc-oplossingen, maar van solidariteit met Griekenland (artikel 80 VwEU). Duitsland en Zwitserland baseren hun beslissing daarnaast op de humanitaire clausule (17 lid 2) van de huidige Dublinverordening. Relocatie is, kortom, een Europese oplossing in plaats van een ad hoc-oplossing.
Volgens UNHCR Griekenland is het heel belangrijk dat EU-lidstaten solidariteit tonen met Griekenland om de verantwoordelijkheid over deze alleenstaande vluchtelingkinderen samen te delen. Griekenland heeft sinds 2015 veel vluchtelingen zien aankomen. Op dit moment zijn er meer dan 100.000 van hen in Griekenland. De omstandigheden waarin zij leven zijn mensonterend.
Nederland wil wél alleenstaande kinderen opvangen ‘als alle landen meedoen in Europa’. Maar deze redenering is niet vol te houden, omdat er altijd landen zijn die niet mee zullen doen. Door de weigering van het kabinet hier kinderen op te vangen, geeft Nederland een zorgelijk signaal in Europa af en scharen we ons in het rijtje van Hongarije, Polen en Denemarken: landen met een zeer onvriendelijk asiel- en vluchtelingenbeleid. Daarnaast zien de Verenigde Naties hervestiging en relocatie juist als een duurzame oplossing voor vluchtelingen.
8. Wat gebeurt er als Nederland een deel van de alleenstaande kinderen van Griekenland overneemt? Krijgen de kinderen dan hier een vluchtelingenstatus?
Als Nederland besluit om de kinderen over te nemen dan komen ze onder de hoede van Nidos. Deze organisatie beoordeelt waar deze kinderen het beste opgevangen kunnen worden en let daarbij op hun achtergrond, leeftijd en specifieke kwetsbaarheid.
Er wordt vervolgens door de IND uitgezocht wat hun vluchtverhalen zijn, het verzamelt bewijzen en er wordt bepaald of zij asiel krijgen. Kinderen hebben rechten. Of ze uiteindelijk wel of geen verblijfsvergunning krijgen in Europa, doet niet af aan hun recht op veiligheid, recht op toegang tot een asielprocedure en recht op humane opvang. Die is er voor hen in Griekenland nu niet. De alleenstaande kinderen verblijven al jaren in de kampen, zonder toekomstperspectief en zonder het begin van een start van een procedure. Het Griekse systeem is overbelast.
Kinderrechten beginnen niet pas wanneer een kind een vluchtelingenstatus heeft. Nederland zou deze problematiek vanuit dat besef moeten benaderen en de kinderen moeten bezien vanuit de noodzaak om hen te beschermen. De kwetsbaarheid van minderjarigen gaat boven hun status, al dan niet een vergunning of hun nationaliteit. En als na onderzoek in Nederland blijkt dat een kind uiteindelijk wél veilig herenigd kan worden met familie in het land van herkomst, dan is dat ook een duurzame oplossing.
9. Waarom zijn we kritisch op het antwoord van het kabinet om de opvang in Griekenland te verbeteren?
Het kabinet wil, zo begrijpen wij, geld geven aan een Nederlandse NGO, voor de opvang van vluchtelingenkinderen op het Griekse vasteland. Er komen shelters die plek bieden aan totaal 48 kinderen. De komende drie jaar zouden zo in totaal 500 kinderen naar het vasteland moeten worden overgebracht en een plek krijgen in deze shelters. Daarnaast wil het kabinet, samen met de Griekse autoriteiten, een voogdij systeem in Griekenland opzetten naar voorbeeld van het Nederlandse model.
Vooropgesteld: alle hulp die wordt aangeboden en die de humanitaire situatie verbeterd, is welkom. Dit plan staat echter los van de urgente oproep van Griekenland om de helft van de alleenstaande minderjarige vluchtelingen acuut van Griekenland over te nemen. Er zijn teveel kinderen die per direct bescherming nodig hebben.
Als andere landen geen vluchtelingen overnemen vanuit Griekenland, dan wordt de situatie in Griekenland steeds slechter. Griekenland heeft aangegeven dat zij de opvang en bescherming van alle alleenstaande kinderen niet kan waarborgen. Het land is bovendien recent beschuldigd van gewelddadige push backs van vluchtelingen naar Turkije. Er is toenemende vijandigheid tegen organisaties die vluchtelingen helpen. Het land wil en kan niet alleen de verantwoordelijkheid dragen, zo blijkt ook treffende uit dit artikel van de Volkskrant waarin bewoners aan het woord komen.
De Griekse hulporganisatie Metadrasi liet ons weten dat relocatie de allerhoogste prioriteit moet hebben. Het vinden van voldoende geschikte voogden is in Griekenland, met haar eigen problematiek en grote aantallen alleenstaande vluchtelingenkinderen, heel erg moeilijk.
De shelters zouden in drie jaar tijd opvang bieden aan 500 kinderen. Dat betekent dat sommige kinderen die nu in acute nood verkeren, pas over 3 jaar opgevangen kunnen worden in de shelters! Daarnaast betekent dit dat een kind gemiddeld slechts 3,5 maand in een shelter kan verblijven. Dit is verre van realistisch, stellen Griekse partnerorganisaties. De Griekse asielprocedures zitten vast en duren jaren. Waar moeten de kinderen heen na de 3,5e maand opvang? In de afgelopen jaren is al meerdere malen geprobeerd om het voogdij systeem in Griekenland te verbeteren, met tot nu toe weinig tot geen positief resultaat. De kans is heel groot dat ook nu het voogdij systeem niet binnen enkele maanden verbeterd kan worden, waardoor de kinderen nergens naartoe kunnen. Dit staat nog los van het feit dat experts stellen dat het huidige budget dat Nederland hiervoor vrijmaakt slechts een klein deel van de kosten van dit programma zal dekken.
Het plan is niet realistisch gelet op de enorme problematiek in Griekenland met huisvesting voor statushouders. Recent is er nieuwe wetgeving in werking getreden die bepaalt dat statushouders (erkende vluchtelingen) na 30 dagen uit de opvang moeten om plaats te maken voor nieuwe asielzoekers die aankomen. De Griekse overheid is vanaf 1 juni gestart met het uitzetten van 9.000 vluchtelingen uit de opvang en is van plan om 11.000 vluchtelingen uit de opvang te zetten ‘in de komende maanden’. Dit levert hartverscheurende beelden op van vluchtelingen, waaronder gezinnen met baby's, die op straat moeten overleven.
Als Nederland Griekenland wil helpen met opvang, dan zal dit programma naast de relocatie van een deel van de alleenstaande kinderen naar Nederland moeten staan. Anders is de Nederlandse houding ongeloofwaardig en lijkt het sterk op het afkopen van verantwoordelijkheid. Zolang de kinderen daar zijn, blijft het immers de verantwoordelijkheid van Griekenland. Nederland zou een deel van deze verantwoordelijkheid van dit overbelaste land moeten overnemen.
10. Hoe gaat het met de relocatie in de andere landen?
De welwillende lidstaten hebben afgesproken om vooralsnog 1600 kinderen op te vangen. De relocatie gaat stap voor stap. De corona-maatregelen hebben tot enige vertraging geleid, maar inmiddels zijn de eerste kinderen veilig opgevangen in Luxemburg, Zwitserland, Ierland, Duitsland, Portugal, Finland en België.
De eerste 12 kinderen arriveerden op 15 april in Luxemburg. Duitsland volgde op 18 april met een eerste groep van 47 kinderen (met name jongens tussen de 12-14 jaar). De Duitse deelstaat Thüringen is daarnaast van plan om 500 kwetsbare vluchtelingen, waaronder alleenstaande kinderen, via een speciaal programma op te vangen. In Zwitserland zijn 23 kinderen (18 jongens en 5 meisjes tussen 10 en 17 jaar) aangekomen. Ierland nam op 18 juni de eerste 8 kinderen op (in totaal zullen het er 36 zijn). Finland heeft in juni 25 kinderen overgenomen (van in totaal 175 kinderen). Portugal liet weten dat het land ‘zo snel als mogelijk’ 500 alleenstaande kinderen wil opvangen. De eerste kinderen kwamen op 27 juni aan. België heeft in juli 18 kinderen opgevangen. In Frankrijk gaat het om 750 asielzoekers, waaronder 350 alleenstaande kinderen. De eerste groep is in augustus aangekomen.
Noorwegen wil 750 mensen, waaronder een deel alleenstaande kinderen, opvangen. Noorwegen stelt hierbij dat haar toezegging afhankelijk is van de daadwerkelijke relocatie van ‘8-10 Europese landen’ en ook Duitsland stelt relocatie deels afhankelijk van de andere lidstaten. Dit illustreert hoe belangrijk een Nederlandse toezegging is in Europa. Coalities van welwillende landen zijn daarom van cruciaal belang.
11. Wat vinden de regering en andere politieke partijen hiervan?
Grofweg zijn er twee kampen: VVD en CDA tegen, CU en D66 voor. Er is echter wel veel onrust in het CDA over het standpunt in deze kwestie. Er is veel kritiek vanuit de lokale afdelingen die zich tegen het standpunt van het CDA-landelijk verzetten. Op de laatste dag voor het zomerreces stemde de Tweede Kamer (hoofdelijk) over een motie van SP-Tweede Kamerlid Jasper Van Dijk, mede ondertekend door Bram van Ojik van GroenLinks en Attje Kuiken van de PvdA, die de regering verzocht om, in navolging van andere Europese landen, een aantal kinderen over te nemen van Griekenland. Deze motie is verworpen, de coalitiepartijen stemden alle vier tegen deze motie, net als FvD en PVV. Deze motie is twee keer gewijzigd en in de nader gewijzigde motie staat een oproep tot (slechts) het overnemen van ‘een aantal weeskinderen’.
Dat zelfs deze motie het niet haalde, geeft aan hoe hard de coalitie vasthoudt aan het plan om opvang in Griekenland te organiseren.
De ChristenUnie heeft het hier niet makkelijk mee. Asielwoordvoerder Joël Voordewind schrijft de dag na de stemming in zijn blog "Ik houd de staatssecretaris er achter én voor de schermen aan dat ze dit plan nog deze zomer uitvoert. Het komt er nu op aan dat er daadwerkelijk kinderen van de eilanden afgehaald worden en in veiligheid worden gebracht. Lukt dat niet, dan zijn we wat mij betreft terug bij af en zit er nog maar één ding op: dat de kinderen om wie het gaat gewoon in Nederland opgevangen worden." CU-voorman Gert-Jan Segers schrijft in een opiniestuk in het ND en op zijn facebookpagina onder meer dat hij veel is aangesproken op zijn stemgedrag over de motie. “De ChristenUnie is daar een voorstander van. Dat zou een groot verschil maken in het leven van deze kinderen die nu nog in de hel van Lesbos leven.” Vervolgens legt hij uit dat er momenteel een Kamermeerderheid is die het asielbeleid niet humaner wil maken en dat de CU zich aan de coalitie-afspraken moet houden, omdat dit anders weer negatieve gevolgen heeft op andere terreinen van het asielbeleid.
Maarten Groothuizen van D66 schrijft: ”D66 is voorstander van het opvangen van kinderen uit de Griekse kampen. Binnen de coalitie hebben wij ons samen met de ChristenUnie ingezet om te zorgen dat Nederland binnen Europa z’n verantwoordelijkheid neemt, maar tot op de dag van vandaag is daar in de coalitie en in de Tweede Kamer onvoldoende draagvlak voor. Het is geen geheim dat de coalitie ernstig verdeeld is over asiel en migratie, en dat geldt ook hier.”
12. Wat is de status van het plan in Griekenland? Er was een MoU getekend? Is er al een opvanghuis?
Op 18 juni is een ‘Memorandum of Understanding’ ondertekend tussen de staatssecretaris en haar Griekse ambtgenoten. Hierin is ‘formeel bekrachtigd’ dat Nederland Griekenland gaat ondersteunen bij de opvang van minderjarigen op het Griekse vasteland en het opzetten van een voogdij systeem. De eerdere toezegging daartoe dateert van eind april en was in een brief van 7 mei al aan de Kamer gecommuniceerd. Het is onduidelijk wat de status op dit moment is van de plannen. Er zijn kritische kamervragen gesteld door de PvdA en de SP, D66 en de CU. In antwoord hierop liet de staatssecretaris weten dat de uitwerking van de plannen nog even op zich laat wachten: “Vanwege de Griekse vakantiemaand augustus zal een volgende bijeenkomst van de hoogambtelijke stuurgroep niet voor september plaatsvinden.”