Liefdesverklaring aan de IJssel | Column Hazem Darwiesh

Column, 21 oktober 2021
Leestijd, 3 min.
Voor journalist en columnist Hazem Darwiesh is de IJssel niet zomaar een rivier. Voor hem is de IJssel een lief mens, dat naar hem luisterde en hem troostte in een tijd dat hij zijn plek probeerde te vinden in Nederland. 'De IJssel stroomt niet alleen maar onder die twee bruggen, maar ook in mij.'
placeholder

Vriendschap gesloten

Voor veel Nederlanders is de IJssel niets meer dan een rivier. Een gewone rivier die van Zutphen naar Kampen stroomt. Voor mij is dat anders. Voor mij is de IJssel een mens, een heel lief mens, die ik in mijn eerste maanden in Nederland al leerde kennen. Onze kennismaking was bij Het Engelse Werk in Zwolle. Daar stroomt de IJssel onder de IJssel- en de Hanzebrug en op die plek ontsnapte ik uit het zware leven in de IJsselhallen, een tijdelijk opvangkamp voor asielzoekers.

Ik voelde mij verloren in een onbekend land, mijn verleden was voorbij en ik bleek geen heden of toekomst te hebben. Het was een grote opluchting toen ik de rivier voor de eerste keer zag. Ik heb niets gezegd, maar de IJssel heeft mij gehoord. En sindsdien zijn we vrienden. Hij stroomt niet alleen maar onder de twee bruggen, maar ook in mij.

Maanden later verhuisde ik naar een asielzoekerscentrum (azc) in de buurt van Kampen en zou daar anderhalf jaar blijven. Op de fiets kon ik de IJssel binnen twintig minuten bereiken, vertelde een vriendin. En zo verhuisde de IJssel met mij mee. De waterspiegel van de rivier die dicht bij Zwolle mijn gevoelens spiegelde, bleef dat op mijn nieuwe plek ook doen. Als alles in mijn hoofd of in het azc donker was geworden, pakte ik mijn fiets om de IJssel te bezoeken.

Geen geheimen

Als de kleine boten het kalme water overstaken waarin de hemel zich spiegelde, als de trein vanuit Zwolle het station van Kampen binnenreed en ik de IJssel in al zijn schoonheid overzag, als ’s nachts – wanneer de klokken van de oude kerken liefdevol klepelden, alsof ze je schouderklopjes gaven – de lichten van huizen schitterden op de donkere waterspiegel... Op al die momenten lichtte de hoop in mijn hart op.

De IJssel beoordeelde mij nooit en stelde geen vragen uit nieuwsgierigheid. Ik vertelde hem zelf over mijn oude leven in Aleppo, mijn nieuwe leven in Nederland, mijn familie, mijn dromen en mijn binnenste dat altijd angstig en verborgen was. De IJssel luisterde met hart en ziel, gaf vertrouwen en zei: ‘Je hebt mij kunnen bereiken, en je zal straks ook je dromen en een veilig huis bereiken. Dicht bij mij, waar je jezelf kunt zijn.’ 

Ochtendgroet

Langzaam maar zeker kwam de IJssel zijn beloftes na. Ik kreeg de sleutel van mijn huisje in Zwolle en in goede en slechte tijden bleef ik de rivier vinden. Nooit hield ik iets geheim voor hem, hij wist alles. En toen ik verliefd werd, nam ik mijn geliefde naar hem toe. Aan zijn oevers beleefde ik de mooiste momenten met mijn lief, in veiligheid en vrijheid. Toen ik in de Randstad werkte, groette ik de IJssel vanuit het treinraampje ’s ochtends goedendag en in de avond daalde een zekere geruststelling op mij neer als ik de rivier weer passeerde over de Hanzebrug. 

Mijn liefde voor de IJssel bracht mij ook naar Deventer en Zutphen. Ook daar wilde ik hem ontmoeten en bleek de IJssel dezelfde rivier die ik ooit in Zwolle ontmoette, eerlijk en oprecht. In zijn steden hoef ik mijzelf of waar ik vandaan kom niet uit te leggen. Ik maak me daar geen zorgen en heb er geen angsten. Op een pontje tussen de oevers van de IJssel in Deventer, op de fiets boven de stadsbrug in Kampen of bij de IJsselkade in Zutphen voel ik mij vrij, veilig en thuis en is er niemand die deze gevoelens van mij afneemt.