Maatschappelijke begeleiding: een steuntje in de rug
Sjoerd Seffinga (70) springt op zijn herenfiets en steekt zijn hand op naar Mohammed Ali (49), die enthousiast terugzwaait. ‘Tot de volgende keer!’ Aan de overkant van de straat in Joure wappert een Friese vlag aan een van de rijtjeshuizen. Het middagje maatschappelijke begeleiding zit er weer op voor vrijwilliger Sjoerd. Hij knikt tevreden, het gaat goed met ‘zijn’ gezin. Ze zijn opgenomen door de buurt en de kinderen gaan naar school. Dat was vroeger heel anders.
Met handen en voeten
De familie Ali bestaat uit vader Mohammed, moeder Yildiz (47), zoon Rashid (21), dochters Afira (20) en Sidra (15) en de benjamin van het stel is de twaalfjarige Ismail. Tijdens het bezoek van Sjoerd zitten ze bijna allemaal in een kringetje in de knusse woonkamer. Het Koerdisch-Syrische gezin leefde jarenlang onder de erbarmelijkste omstandigheden in Turkije. Via hervestiging van de UNHCR kwamen ze naar Nederland en kregen hier een eigen woning. Sinds vorig jaar augustus begeleidt de gepensioneerde Sjoerd het gezin gemiddeld zo’n twee uur per week tijdens hun eerste stappen in Nederland.
‘In het begin was ik vooral druk met dingen regelen. Ze moesten wennen aan de omgeving en aan hoe het werkt in Nederland,’ vertelt Sjoerd. ‘Je helpt ze echt op weg met het vinden van een huisarts, het regelen van een bankrekening, uitleggen wat er in een brief van de gemeente staat of wanneer ze de afvalbak buiten mogen zetten.’ De communicatie tussen de Fries en de familie Ali ging in het begin vooral met handen en voeten: de taal is een barrière. Toch wordt die ook snel geslecht. Sjoerd: ‘Ach, het is behelpen, maar met Google Translate komen we een heel eind. Rashid spreekt inmiddels al behoorlijk Nederlands en vertaalt vaak voor zijn ouders.’ Maar vandaag is hun oudste zoon er niet. ‘Inburgering,’ vertelt Mohammed. Sjoerd: ‘Ja, hij is heel druk en wilzo snel mogelijk starten met werk.’
Je helpt mensen echt op weg met dingen regelen. Van een huisarts vinden tot uitleggen wanneer de afvalbak aan de weg mag.
Dan kijkt Sjoerd naar Ismail. ‘Hoe gaat het bij jou op school?’, vraagt hij. ‘Goed’, roept Ismail enthousiast en hij steekt zijn duim omhoog. Hij heeft het naar zijn zin op de school die hijzelf heeft uitgekozen. Ismail is geboren met een beperking en gaat naar speciaal onderwijs. En laat Sjoerd als voormalig voorzitter van een scholengroep de scholen in de regio nou toevallig goed kennen. Dus nam hij Ismail en zijn ouders een dag mee op pad en bezocht met hen alle geschikte scholen in de regio. Bij één school wist Ismail het direct en zei: ‘Op deze school lijken de kinderen niet ziek. Hier hoor ik ook thuis.’
Lange dagen in het naaiatelier
Ook de meisjes hebben hun plek gevonden. Zij volgen les in internationale schakelklassen. Een heel contrast met hun leefsituatie in Turkije. ‘Ons hele gezin werkte hard om te overleven; de meisjes zijn dan ook jarenlang niet naar school geweest,’ vertelt vader Mohammed. Ze maakten lange dagen in de naaiateliers van Turkije voor de kledingproductie. Te moe om ’s avonds nog tijd aan school te besteden. De zware jaren lieten hun sporen achter. Moeder Yildiz is trots op haar meiden. ‘Ze komen na school meteen naar huis om huiswerk te maken.’
Over hobby’s kon de 15-jarige Sidra niet eens nadenken, in Turkije was ze alleen maar aan het werk. Nu is er ruimte. Ze fluistert timide tegen begeleider Sjoerd: ‘Ik zou wel eens willen volleyballen.’ ‘Nou,’ antwoordt de Fries, dan vraag ik dat voor je aan bij Stichting Leergeld. Bij de volleybalclub leer je vast ook andere meiden van jouw leeftijd kennen.’
Ons hele gezin werkte hard om te overleven; de meisjes maakten lange dagen in de naaiateliers van Turkije.
Fijne buren
Het gezin probeert zoveel mogelijk zelfredzaam te zijn, vertelt Sjoerd. ‘Laatst had Mohammed een nieuwe bril nodig, maar dat regelt hij dan zelf. Rachid helpt hem een handje, maar hij gaat er zelf naartoe.’ Sjoerd is onmiskenbaar trots op zijn gezin. ‘Ze zijn enorm gemotiveerd en positief, willen er echt iets van maken. Ze helpen een bejaarde dame in de straat met haar boodschappen, nemen pakketjes aan voor de buren. Ze komen er wel.’ Via de tolk deelt Yildiz haar dankbaarheid voor de steun van Sjoerd. ‘Hij heeft ons zo goed geholpen en nog nooit in de steek gelaten. Mooi weer of geen weer, Sjoerd fietst altijd naar ons toe. Fietsen is liefde,’ lacht de moeder van de familie.
Surrogaatoma
Op een luttele tien kilometer afstand van het rijtjeshuis van de familie Ali is de vlotte en vriendelijke Gerrie Oosterbaan (64) op bezoek bij het Sudanese echtpaar Sabir (37) en Rawda (23) Adem. Vandaag komt ze vooral bijkletsen. Even een verhaaltje voorlezen aan de driejarige Lana, die al gauw op schoot kruipt bij Gerrie. Lana trekt haar rokje recht, en valt zachtjes tegen Gerrie aan. Geduldig luistert de peuter naar het sprookje van haar surrogaatoma.
Al jaren komt Gerrie bij het gezin over de vloer: eerst als maatschappelijk begeleider, maar sinds dat traject is afgerond niet meer namens VluchtelingenWerk, maar als vriendin. ‘Ik deed al veel vrijwilligerswerk, maar ik wilde graag ook iets doen voor vluchtelingen. Ik vond het best spannend, toch ben ik ervoor honderd procent voor gegaan,’ zegt de Friesin.
Sabir knikt. In vloeiend en vrijwel accentloos Nederlands bevestigt hij de belangrijke rol die Gerrie in zijn leven speelt. ‘Ze is echt mijn steun en toeverlaat.’ Ook Sabir komt via hervestiging in 2018 naar Nederland. Als vluchteling uit Darfur woont hij dan al bijna tien jaar in Egypte, waar hij ngo’s steunt en werkt als tolk. ‘De UNHCR nodigde me uit naar Nederland te komen. Mijn zwangere vrouw moest ik achterlaten, zij zou later via gezinshereniging naar Nederland kunnen komen.’ Het leverde hem gelijk veel stress op.
Steun bij gezinshereniging
Gerrie: ‘Terwijl Sabir in Nederland allerlei papieren rond zijn gezinshereniging regelde, moest ook Rawda vanuit Egypte veel documenten regelen. Ik heb de corruptie in Egypte vaak vervloekt. Het was een moeilijke tijd. Gerrie en ik hebben elkaar toen veelgebeld,’ zegt Sabir. ‘Ik heb veel gehad aan haar steun.’
De twee hadden gelijk een klik. ‘Sabir is heel leergierig’, vertelt Gerrie trots. ‘We hebben nooit met een tolk hoeven werken. Hij wilde meteen Nederlands praten en als we er niet uitkwamen, spraken we Engels of gebruikten we Google Translate.’ In een stalen kast in de woonkamer ligt een stapel studieboeken: ‘Nederlands taalniveau van A2 naar B1’, ‘Beter lezen en oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt’. De pagina’s zitten vol ezelsoren. Inmiddels weet Sabir zowel letterlijk als figuurlijk zijn weg te vinden; in Heerenveen en binnen de Nederlandse bureaucratie.
Sabir: ‘Als je hier net aankomt, moet je veel dingen regelen. Gerrie legde me uit hoe ik een rekening moest openen, hielp mij met bankzaken. Dat was zonder haar heel lastig geweest. Je hebt in Nederland zoveel papieren nodig, en er gaat ook wel eens iets mis bij het invullen.’
Zelfstandige toekomst
De maatschappelijke begeleider is er om vluchtelingen te ondersteunen, maar ook om de zelfredzaamheid te stimuleren. Dus zelf doen, waar mogelijk. Regelmatig vraagt Sabir Gerrie om advies, zoals je dat aan een goede vriendin doet. Sabir: ‘Dat deed ik ook toen ik naar een geschikte studie zocht in Nederland. Ik heb in Egypte een jaar universiteit en veel cursussen over recht gevolgd. Nu volg ik een mbo 4-opleiding ICT, ik zit in het derde jaar.’ Ook zijn vrouw Rawda timmert goed aan de weg. ‘Ik heb mijn inburgering afgerond en mijn B1-taal niveau gehaald. Ik ben trots. Ik wilde al veel eerder aan de slag maar door corona moest ik acht maanden wachten. Ik heb mezelf via YouTube Nederlands geleerd. En natuurlijk door te kletsen met Gerrie,’ lacht Rawda. ‘Ze is echt een goede “taaldocente”!’
Ik kan me een Nederland zonder Gerrie niet voorstellen.
Opleiding volgen
‘De begeleiding van het gezin is eenvoudig’, lacht Gerrie. ‘Ik laat het ze een keer zien, daarna doen ze het zelf. Rawda wil verpleegkundige worden en is gestart met de opleiding zorg en welzijn in Heerenveen. Ze fietsen overal naartoe en beginnen echt te aarden in Heerenveen. Ook met de driejarige Lana gaat het uitstekend. Ze is een klein boefje en heeft op het kinderdagverblijf het hoogste woord. Sabir: ‘Gerrie is familie en een beetje de oma van Lana. Ik kan me een Nederland zonder haar niet voorstellen.’
Samen bouwen we aan de toekomst
Dankzij de hulp van onze donateurs en vrijwilligers kunnen wij vluchtelingen helpen met het opbouwen van een nieuw bestaan in Nederland. Help jij ook mee met een gift, zodat vluchtelingen kunnen bouwen aan een leven in veiligheid?