Maha (12): ‘Het is niet makkelijk om zo te leven'
Maha loopt door de enorme witte tent, waar de deuren van de prefab wooncontainers op uitkomen. Op een paar tafels staan magnetrons waar de bewoners hun kant-en-klaarmaaltijden kunnen opwarmen. Er zitten wat mensen te kletsen op een bankstel en kleine kinderen ruziën om een bal. Het is nogal gehorig.
Bovenin het stapelbed
Maha deelt haar kamer met haar ouders en broer. ‘Mijn eigen plekje is boven in het stapelbed. Met mijn knuffel en plaatjes de muur heb ik het gezellig gemaakt.’ Ze strijkt met haar hand over de knuffel. ‘Het is niet makkelijk om zo te leven, maar het belangrijkste is dat we veilig en samen zijn. Als ik ’s ochtends wakker word en mijn familie zie, voel ik me thuis. Dan vergeet ik even dat ik in een kamp zit.’
Ze was zeven jaar toen het gezin Iran ontvluchtte. ‘Pas vier jaar na onze vlucht kwamen we aan in Nederland. Soms heb ik nachtmerries over wat we onderweg meemaakten. We sliepen in het bos, moesten in het donker ijskoude rivieren en grenzen oversteken. De politie behandelde ons als dieren, vooral in Bosnië was het verschrikkelijk.’
Je voelt je eenzaam en onzichtbaar als mensen je zo slecht behandelen
Ze is even stil en kijkt naar buiten. ‘Je voelt je eenzaam en onzichtbaar als mensen je zo slecht behandelen. Ik was bang dat we voor altijd vast zouden zitten. Alles kan die nare herinneringen naar boven halen. Daarom houd ik mezelf bezig: ik lees veel, kijk films en ik schrijf. Als het niet lukt om positief te denken, ga ik in mijn eentje wandelen.’ Veel meer vertelt ze er niet over. ‘Ons hart is gebroken, ik probeer de stukken te lijmen zonder lijm. Als ik erover praat, ben ik bang dat het uit elkaar valt.’
Anders dan anderen
‘Veel kinderen van mijn leeftijd denken anders dan ik,’ zegt ze met een ernstige blik. ‘Door alles wat ik heb meegemaakt, leef ik vooral in mijn eigen wereldje. Mijn beste vriend in de opvang is Destiny. Mijn vriendinnen Hester en Eline zijn samen met ons gevlucht. Zij weten precies hoe ik me voel. Het is heel fijn om samen met hen positieve nieuwe herinneringen te maken.
'Ik ga al maanden niet naar school, want er is een wachtlijst. Ik leer mezelf Nederlands met een app op de telefoon, maar ik raak steeds verder achter op mijn leeftijdsgenoten,' vertelt Maha.
Maha’s geloof geeft haar kracht, zegt ze. ‘Iedere nacht voor ik ga slapen, dank ik God dat we een dak boven ons hoofd hebben en we allemaal samen zijn. Ook bid ik voor de mensen die nog onderweg zijn. Ik droom van een eigen slaapkamer met een boekenplank vol boeken. En ooit staat daar het boek tussen dat ik ga schrijven over ons leven.’
Naschrift:
Inmiddels verblijft Maha niet meer in de noodopvang, maar woont ze samen met haar familie in een eigen huis in Brabant. Ze heeft net, na maandenlang wachten, haar eerste schooldag gehad. Maha's moeder: 'Ze was erg nerveus, maar heel erg blij.'
Steun kinderen als Maha
Duizenden kinderen leven maandenlang in de noodopvang in Nederland. Maar kwetsbare kinderen als Maha horen hier niet thuis. Laat kinderen in de noodopvang weer lachen en spelen. Help daarom nu mee met een gift.